IK BEN NIET GESTORVEN

Een ieder, die leeft en in Mij gelooft,
zal in eeuwigheid niet sterven.
Gelooft gij dat?
Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de
doden naar de Stem van de Zoon van God zullen horen,
en die haar horen, zullen leven.
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u,
indien iemand mijn woord bewaard heeft,
hij zal de dood in eeuwigheid niet aanschouwen.

Onderwijs niet dat ik vergeefs gestorven ben. Onderwijs
eerder dat ik niet gestorven ben door te demonstreren dat
ik leef in jou. Want het ongedaan maken van de kruisiging
van Gods Zoon is het werk van de verlossing, waarin ieder
een aandeel van gelijke waarde heeft.
Je hebt jezelf aan het kruis genageld en een doornenkroon
op je eigen hoofd geplaatst. Maar jij kunt Gods Zoon niet
kruisigen, want de Wil van God kan niet sterven.
Zijn Zoon is van zijn eigen kruisiging verlost, en jij kunt niet
ten dode opschrijven wie God het eeuwig leven geschonken
heeft.
De droom van de kruisiging drukt nog steeds zwaar op je
ogen, maar wat je in dromen ziet is niet de werkelijkheid.
Wanneer je ertoe verleid wordt aan een doodsverlangen
toe te geven, herinner je dan dat ik niet gestorven ben.
Je zult beseffen dat dit waar is wanneer je naar binnen
kijkt en mij ziet.
Zou ik alleen voor mezelf de dood overwonnen hebben?
En zou de Vader mij het eeuwig leven hebben gegeven als
Hij het niet ook aan jou gegeven had?
Mijn broeder, kind van onze Vader, dit is een droom over
de dood.
Er is geen begrafenis, er zijn geen donkere altaren, geen
onverbiddelijke geboden noch verwrongen rituelen van
veroordeling, waar het lichaam je naartoe leidt.
Vraag geen bevrijding aan het lichaam. Maar bevrijd het
van de genadeloze en meedogenloze bevelen die jij eraan
hebt opgelegd, en vergeef het wat jij het beval te doen. In
zijn verheerlijking heb jij het bevolen te sterven, want alleen
de dood kan het leven overwinnen. En wat anders dan
waanzin kan de nederlaag van God aanschouwen, en
denken dat die werkelijk is?
Je denkt dat de dood iets van het lichaam is. Toch is het
maar een idee, met geen belang voor wat als fysiek wordt
gezien. Een gedachte bevindt zich in de geest.
Alles wordt bereikt door het leven, en leven is van de geest
en in de geest. Het lichaam leeft noch sterft, omdat het jou
niet omsluiten kan, jij die het leven bent. Als we dezelfde
geest delen kun je de dood overwinnen, omdat ik dat deed.
Wil je werkelijk in de hel zijn? Wil je werkelijk treuren en
lijden en sterven? Want de dood is totaal. Of alle dingen
sterven, of ze leven en kunnen niet sterven. Er is geen
compromis mogelijk.
Er is geen dood, omdat wat God geschapen heeft Zijn leven
deelt.
Er is geen dood, omdat een tegendeel van God niet bestaat.
Er is geen dood, omdat de Vader en de Zoon één zijn.
Wat zou je zien zonder de angst voor de dood? Wat zou je
voelen en denken als de dood geen aantrekkingskracht op
je uitoefende?
Heel eenvoudig: je zou je jouw Vader herinneren. De
Schepper van het leven, de Bron van al wat leeft, de Vader
van het universum en van het universum der universums
en van alles wat daar zelfs nog achter ligt, Die zou jij je
herinneren.
Zweer niet dat je zult sterven, jij Heilige Zoon van God!
Je sluit een akkoord dat je niet kunt nakomen. De Zoon
van het Leven kan niet worden gedood. Hij is onsterfelijk,
net als zijn Vader. Wat hij is kan niet worden veranderd.
Hij is het enige in heel het universum dat één moet zijn.
Dit is jouw heilig ogenblik van het eeuwig leven.
En zo is elk ogenblik dat aan God wordt gegeven terwijl
het voorbijgaat, met het volgende reeds aan Hem gegeven,
een moment van jouw bevrijding van verdriet, pijn en de
dood zelf.
God heeft jouw toekomst in handen zoals Hij jouw verleden
en heden in handen heeft. Ze zijn één voor Hem en dus zouden
ze één voor jou moeten zijn. Verleden, heden en toekomst
zijn niet opeenvolgend, tenzij jij ze opeenvolging oplegt.
Maar in deze wereld lijkt de voortgang van de tijd nog
steeds werkelijkheid te zijn. En dus wordt jou niet gevraagd
het ontbreken van opeenvolging te begrijpen die
daadwerkelijk in de tijd te vinden is. Jou wordt enkel
gevraagd de toekomst los te laten en die in Gods Handen
te leggen.
Nu is de tijd van verlossing, want nu is de bevrijding van
de tijd. Nu wachten we in stilte. God is hier, omdat we
samen wachten. Ik weet zeker dat Hij tot jou zal spreken
en dat jij Hem horen zult. Aanvaard mijn vertrouwen, want
het is het jouwe.
Onze geesten zijn verenigd. We wachten met één bedoeling:
het antwoord van onze Vader op onze roep te horen, onze
gedachten stil te laten zijn en Zijn vrede te vinden, en Hem
tot ons te horen spreken over wat wij zijn, tot Hij Zich aan
Zijn Zoon openbaart.

‘Deze dag, Vader, wil ik met U doorbrengen zoals
U verkozen hebt dat al mijn dagen zouden zijn.
En wat ik zal ervaren, heeft helemaal niets met
de tijd van doen. De vreugde die tot me komt is
niet iets van dagen of uren, want ze komt van de
Hemel tot Uw Zoon. Deze dag zal Uw zoete
herinnering aan mij zijn om mij U te herinneren.
Uw genaderijke roep tot Uw heilige Zoon, het
teken dat Uw genade tot mij is gekomen en dat
het Uw Wil is dat ik vandaag ben bevrijd.’