Fluent Fiction - Dutch: High Stakes and Heartstrings: A School Fundraiser's Triumph
Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.org/high-stakes-and-heartstrings-a-school-fundraisers-triumph

Story Transcript:

Nl: Het schooljaar kwam ten einde.
En: The school year came to an end.

Nl: In de hete zomeravond werd de gymzaal omgetoverd.
En: On the hot summer evening, the gymnasium was transformed.

Nl: Fairy lights hingen aan het plafond.
En: Fairy lights hung from the ceiling.

Nl: Banners met "School Fundraiser" schommelden zachtjes in de warme wind.
En: Banners with "School Fundraiser" swayed gently in the warm wind.

Nl: Tafels met groene pokerkleden stonden klaar.
En: Tables with green poker cloths stood ready.

Nl: Het bracht opwinding en spanning in de lucht.
En: It brought excitement and tension to the air.

Nl: Daan liep zenuwachtig rond.
En: Daan walked around nervously.

Nl: Hij was een laatstejaars op de middelbare school en hield van poker.
En: He was a senior in high school and loved poker.

Nl: Maar dit keer was het anders.
En: But this time it was different.

Nl: Het was een middel om te ontsnappen aan de druk van de komende eindexamens en toekomstbeslissingen.
En: It was a way to escape the pressure of upcoming final exams and future decisions.

Nl: Aan de andere kant van de gymzaal stond Sanne.
En: On the other side of the gymnasium stood Sanne.

Nl: Ze was de voorzitter van de leerlingenraad.
En: She was the president of the student council.

Nl: Haar taak was om ervoor te zorgen dat het evenement goed verliep, zodat ze genoeg geld konden ophalen.
En: Her task was to ensure that the event ran smoothly so they could raise enough money.

Nl: Ze balanceerde tussen haar schoolwerk en haar verantwoordelijkheid.
En: She balanced between her schoolwork and her responsibility.

Nl: "Alles goed, Daan?"
En: "Everything okay, Daan?"

Nl: vroeg Sanne met een bezorgde blik.
En: Sanne asked with a concerned look.

Nl: Daan knikte en ging zitten aan een tafel.
En: Daan nodded and sat down at a table.

Nl: Het spel begon.
En: The game began.

Nl: De kaarten werden rondgedeeld.
En: The cards were dealt.

Nl: Daan keek naar zijn stapel fiches en dacht aan meer dan winnen.
En: Daan looked at his stack of chips and thought about more than winning.

Nl: Hij wilde zichzelf bewijzen.
En: He wanted to prove himself.

Nl: Alle ogen waren op hem gericht.
En: All eyes were on him.

Nl: De uren verstreken.
En: The hours passed.

Nl: Daan speelde uitstekend, maar de druk begon te stijgen.
En: Daan played excellently, but the pressure started to mount.

Nl: Hij besloot om groot in te zetten.
En: He decided to make a big bet.

Nl: Sanne, die alles in de gaten hield, merkte het meteen.
En: Sanne, who was keeping an eye on everything, noticed it immediately.

Nl: Ze voelde een knoop in haar maag.
En: She felt a knot in her stomach.

Nl: Ze moest een beslissing nemen.
En: She had to make a decision.

Nl: Moest ze ingrijpen of Daan vertrouwen?
En: Should she intervene or trust Daan?

Nl: Daan lag goed in het spel, maar het risico was groot.
En: Daan was doing well in the game, but the risk was high.

Nl: Hij zette bijna al zijn fiches in.
En: He bet nearly all his chips.

Nl: De spanning was te snijden.
En: The tension was palpable.

Nl: Sanne klemde haar handen in elkaar.
En: Sanne clasped her hands together.

Nl: Ze wist dat dit een cruciaal moment was.
En: She knew this was a crucial moment.

Nl: De laatste hand werd gedeeld.
En: The final hand was dealt.

Nl: Daan's blik was vastberaden.
En: Daan's gaze was determined.

Nl: De kaarten werden op tafel gelegd.
En: The cards were laid on the table.

Nl: De tegenstanders keken nerveus.
En: The opponents looked nervous.

Nl: En toen, met een zucht van verlichting, realiseerde Daan zich dat hij had gewonnen.
En: And then, with a sigh of relief, Daan realized he had won.

Nl: De zaal barstte in gejuich uit.
En: The room burst into cheers.

Nl: "Sanne, we hebben het gehaald!"
En: "Sanne, we did it!"

Nl: riep Daan terwijl hij triomfantelijk naar haar toe liep.
En: Daan called out as he walked triumphantly toward her.

Nl: Sanne glimlachte, opgelucht en trots.
En: Sanne smiled, relieved and proud.

Nl: Ze had besloten om Daan te vertrouwen en het had goed uitgepakt.
En: She had decided to trust Daan, and it had paid off.

Nl: Het fundraiser-evenement was een groot succes.
En: The fundraising event was a huge success.

Nl: Ze hadden meer geld opgehaald dan verwacht.
En: They had raised more money than expected.

Nl: Daan voelde een nieuwe golf van vertrouwen.
En: Daan felt a new wave of confidence.

Nl: Hij wist dat hij zijn toekomst aankon.
En: He knew he could handle his future.

Nl: Sanne leerde dat soms vertrouwen op anderen de sleutel is tot succes.
En: Sanne learned that sometimes trusting others is the key to success.

Nl: Met de zomeravond die zachtjes afkoelde, werd de gymzaal gevuld met vreugde en tevredenheid.
En: As the summer evening gently cooled, the gymnasium was filled with joy and satisfaction.

Nl: Het was een nacht om nooit te vergeten.
En: It was a night never to be forgotten.

Nl: En zowel Daan als Sanne wisten dat ze klaar waren voor wat de toekomst ook mocht brengen.
En: And both Daan and Sanne knew they were ready for whatever the future might bring.


Vocabulary Words:

• senior: laatstejaars
• nervously: zenuwachtig
• transformed: omgetoverd
• fairy lights: fairy lights
• banners: banners
• green poker cloths: groene pokerkleden
• excitement: opwinding
• tension: spanning
• escape: ontsnappen
• pressure: druk
• upcoming: komende
• final exams: eindexamens
• decisions: beslissingen
• student council: leerlingenraad
• responsibility: verantwoordelijkheid
• concerned: bezorgde
• dealt: rondgedeeld
• stack of chips: stapel fiches
• prove: bewijzen
• excellent: uitstekend
• mount: stijgen
• risk: risico
• palpable: te snijden
• clasped: klemde in elkaar
• determined: vastberaden
• cheers: gejuich
• triumphantly: triomfantelijk
• relieved: opgelucht
• paid off: goed uitgepakt
• satisfaction: tevredenheid