Transcribed

Stroopwafel Challenge: A Christmas Market Adventure

Apr 3, 2024 · 12m 25s
Stroopwafel Challenge: A Christmas Market Adventure
Chapters

01 · Main Story

9m 4s

02 · Vocabulary Words

11m 44s

Description

Fluent Fiction - Dutch: Stroopwafel Challenge: A Christmas Market Adventure Find the full episode transcript, vocabulary words, and more: https://www.fluentfiction.org/stroopwafel-challenge-a-christmas-market-adventure/ Story Transcript: Nl: Lars, Eva en Charlotte stonden op een...

show more
Fluent Fiction - Dutch: Stroopwafel Challenge: A Christmas Market Adventure
Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.org/stroopwafel-challenge-a-christmas-market-adventure

Story Transcript:

Nl: Lars, Eva en Charlotte stonden op een kille ochtend in Amsterdam.
En: Lars, Eva, and Charlotte stood on a chilly morning in Amsterdam.

Nl: Ze keken naar de fiets.
En: They looked at the bike.

Nl: De kerstmarkt was druk en overal waren lampjes en kerstmuziek.
En: The Christmas market was busy, with lights and Christmas music everywhere.

Nl: Lars had een grote stapel versgebakken stroopwafels in zijn handen.
En: Lars had a big stack of freshly made stroopwafels in his hands.

Nl: “Dit wordt een uitdaging,” zei hij.
En: "This is going to be a challenge," he said.

Nl: Eva en Charlotte knikten.
En: Eva and Charlotte nodded.

Nl: Ze hadden altijd de leukste ideeën, maar soms waren ze moeilijk.
En: They always had the best ideas, but sometimes they were difficult.

Nl: Vandaag was zo'n dag.
En: Today was one of those days.

Nl: Ze moesten door de markt fietsen zonder de stroopwafels te laten vallen.
En: They had to ride through the market without dropping the stroopwafels.

Nl: Ze maakten een plan.
En: They made a plan.

Nl: Eva zou voor Lars rijden en Charlotte achter hem.
En: Eva would ride in front of Lars and Charlotte behind him.

Nl: Ze zouden mensen waarschuwen en Lars helpen.
En: They would warn people and help Lars.

Nl: Met een diepe zucht sprong Lars op de fiets.
En: With a deep sigh, Lars hopped on the bike.

Nl: De stroopwafels wiebelden maar vielen niet.
En: The stroopwafels wobbled but didn't fall.

Nl: Eva ging snel voor hem rijden.
En: Eva quickly rode in front of him.

Nl: Charlotte stapte achter hem op haar fiets.
En: Charlotte hopped on her bike behind him.

Nl: Ze begonnen te rijden.
En: They started riding.

Nl: Overal waren mensen en kramen.
En: There were people and stalls everywhere.

Nl: Eva riep: "Pas op, lekkere stroopwafels komen eraan!
En: Eva shouted, "Watch out, delicious stroopwafels coming through!"

Nl: " En Charlotte riep: "Aan de kant aub, we hebben haast en stroopwafels!
En: And Charlotte shouted, "Move aside, please, we're in a hurry with stroopwafels!"

Nl: "Het werkte!
En: It worked!

Nl: De mensen keken op en gingen aan de kant.
En: People looked up and stepped aside.

Nl: De kinderen lachten en wezen naar de stroopwafels.
En: Children laughed and pointed at the stroopwafels.

Nl: De volwassenen glimlachten en wensten hen succes.
En: Adults smiled and wished them luck.

Nl: Het was een hele toestand, maar het was leuk.
En: It was quite a scene, but it was fun.

Nl: Eindelijk, na veel gelach en bijna-ongelukken, kwamen ze aan het einde van de kerstmarkt.
En: Finally, after lots of laughter and almost-accidents, they reached the end of the Christmas market.

Nl: De stroopwafels waren nog intact!
En: The stroopwafels were still intact!

Nl: Lars sprong van de fiets en juichte.
En: Lars jumped off the bike and cheered.

Nl: "Ik wist dat het kon!
En: "I knew we could do it!"

Nl: " Riep hij.
En: he shouted.

Nl: Eva en Charlotte juichten ook.
En: Eva and Charlotte cheered too.

Nl: Ze deden een groepsknuffel.
En: They shared a group hug.

Nl: Toen, als een beloning voor hun avontuur, gaven ze de passanten een stroopwafel.
En: Then, as a reward for their adventure, they gave a stroopwafel to the passersby.

Nl: De lach op de gezichten van de mensen was het mooiste kerstcadeau.
En: The smiles on people's faces were the best Christmas gift.

Nl: Lars, Eva en Charlotte keken elkaar aan.
En: Lars, Eva, and Charlotte looked at each other.

Nl: Hun plan was geslaagd.
En: Their plan had succeeded.

Nl: Ze hadden een geweldig kerstavontuur gehad en maakten mensen blij.
En: They had an amazing Christmas adventure and made people happy.

Nl: Het was de beste dag van hun leven.
En: It was the best day of their lives.


Vocabulary Words:
  • Lars: Lars
  • Eva: Eva
  • Charlotte: Charlotte
  • stood: stonden
  • chilly: kille
  • morning: ochtend
  • Amsterdam: Amsterdam
  • bike: fiets
  • Christmas: kerst
  • market: markt
  • busy: druk
  • lights: lampjes
  • music: muziek
  • freshly: versgebakken
  • made: gemaakt
  • challenge: uitdaging
  • plan: plan
  • ride: rijden
  • without: zonder
  • dropping: laten vallen
  • warn: waarschuwen
  • help: helpen
  • sigh: zucht
  • wobbled: wiebelden
  • fall: vallen
show less
Information
Author FluentFiction.org
Organization Kameron Kilchrist
Website www.fluentfiction.org
Tags

Looks like you don't have any active episode

Browse Spreaker Catalogue to discover great new content

Current

Podcast Cover

Looks like you don't have any episodes in your queue

Browse Spreaker Catalogue to discover great new content

Next Up

Episode Cover Episode Cover

It's so quiet here...

Time to discover new episodes!

Discover
Your Library
Search