Stroopwafel Challenge: A Christmas Market Adventure
Download and listen anywhere
Download your favorite episodes and enjoy them, wherever you are! Sign up or log in now to access offline listening.
Stroopwafel Challenge: A Christmas Market Adventure
This is an automatically generated transcript. Please note that complete accuracy is not guaranteed.
Chapters
Description
Fluent Fiction - Dutch: Stroopwafel Challenge: A Christmas Market Adventure Find the full episode transcript, vocabulary words, and more: https://www.fluentfiction.org/stroopwafel-challenge-a-christmas-market-adventure/ Story Transcript: Nl: Lars, Eva en Charlotte stonden op een...
show moreFind the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.org/stroopwafel-challenge-a-christmas-market-adventure
Story Transcript:
Nl: Lars, Eva en Charlotte stonden op een kille ochtend in Amsterdam.
En: Lars, Eva, and Charlotte stood on a chilly morning in Amsterdam.
Nl: Ze keken naar de fiets.
En: They looked at the bike.
Nl: De kerstmarkt was druk en overal waren lampjes en kerstmuziek.
En: The Christmas market was busy, with lights and Christmas music everywhere.
Nl: Lars had een grote stapel versgebakken stroopwafels in zijn handen.
En: Lars had a big stack of freshly made stroopwafels in his hands.
Nl: “Dit wordt een uitdaging,” zei hij.
En: "This is going to be a challenge," he said.
Nl: Eva en Charlotte knikten.
En: Eva and Charlotte nodded.
Nl: Ze hadden altijd de leukste ideeën, maar soms waren ze moeilijk.
En: They always had the best ideas, but sometimes they were difficult.
Nl: Vandaag was zo'n dag.
En: Today was one of those days.
Nl: Ze moesten door de markt fietsen zonder de stroopwafels te laten vallen.
En: They had to ride through the market without dropping the stroopwafels.
Nl: Ze maakten een plan.
En: They made a plan.
Nl: Eva zou voor Lars rijden en Charlotte achter hem.
En: Eva would ride in front of Lars and Charlotte behind him.
Nl: Ze zouden mensen waarschuwen en Lars helpen.
En: They would warn people and help Lars.
Nl: Met een diepe zucht sprong Lars op de fiets.
En: With a deep sigh, Lars hopped on the bike.
Nl: De stroopwafels wiebelden maar vielen niet.
En: The stroopwafels wobbled but didn't fall.
Nl: Eva ging snel voor hem rijden.
En: Eva quickly rode in front of him.
Nl: Charlotte stapte achter hem op haar fiets.
En: Charlotte hopped on her bike behind him.
Nl: Ze begonnen te rijden.
En: They started riding.
Nl: Overal waren mensen en kramen.
En: There were people and stalls everywhere.
Nl: Eva riep: "Pas op, lekkere stroopwafels komen eraan!
En: Eva shouted, "Watch out, delicious stroopwafels coming through!"
Nl: " En Charlotte riep: "Aan de kant aub, we hebben haast en stroopwafels!
En: And Charlotte shouted, "Move aside, please, we're in a hurry with stroopwafels!"
Nl: "Het werkte!
En: It worked!
Nl: De mensen keken op en gingen aan de kant.
En: People looked up and stepped aside.
Nl: De kinderen lachten en wezen naar de stroopwafels.
En: Children laughed and pointed at the stroopwafels.
Nl: De volwassenen glimlachten en wensten hen succes.
En: Adults smiled and wished them luck.
Nl: Het was een hele toestand, maar het was leuk.
En: It was quite a scene, but it was fun.
Nl: Eindelijk, na veel gelach en bijna-ongelukken, kwamen ze aan het einde van de kerstmarkt.
En: Finally, after lots of laughter and almost-accidents, they reached the end of the Christmas market.
Nl: De stroopwafels waren nog intact!
En: The stroopwafels were still intact!
Nl: Lars sprong van de fiets en juichte.
En: Lars jumped off the bike and cheered.
Nl: "Ik wist dat het kon!
En: "I knew we could do it!"
Nl: " Riep hij.
En: he shouted.
Nl: Eva en Charlotte juichten ook.
En: Eva and Charlotte cheered too.
Nl: Ze deden een groepsknuffel.
En: They shared a group hug.
Nl: Toen, als een beloning voor hun avontuur, gaven ze de passanten een stroopwafel.
En: Then, as a reward for their adventure, they gave a stroopwafel to the passersby.
Nl: De lach op de gezichten van de mensen was het mooiste kerstcadeau.
En: The smiles on people's faces were the best Christmas gift.
Nl: Lars, Eva en Charlotte keken elkaar aan.
En: Lars, Eva, and Charlotte looked at each other.
Nl: Hun plan was geslaagd.
En: Their plan had succeeded.
Nl: Ze hadden een geweldig kerstavontuur gehad en maakten mensen blij.
En: They had an amazing Christmas adventure and made people happy.
Nl: Het was de beste dag van hun leven.
En: It was the best day of their lives.
Vocabulary Words:
- Lars: Lars
- Eva: Eva
- Charlotte: Charlotte
- stood: stonden
- chilly: kille
- morning: ochtend
- Amsterdam: Amsterdam
- bike: fiets
- Christmas: kerst
- market: markt
- busy: druk
- lights: lampjes
- music: muziek
- freshly: versgebakken
- made: gemaakt
- challenge: uitdaging
- plan: plan
- ride: rijden
- without: zonder
- dropping: laten vallen
- warn: waarschuwen
- help: helpen
- sigh: zucht
- wobbled: wiebelden
- fall: vallen
Information
Author | FluentFiction.org |
Organization | Kameron Kilchrist |
Website | www.fluentfiction.org |
Tags |
Copyright 2024 - Spreaker Inc. an iHeartMedia Company
Comments